De Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is een stappenplan die professionals in staat stelt om problemen te signaleren en hulp in te schakelen wanneer ze denken dat dit nodig is. De professionals die werken volgens deze meldcode zijn de huisartsen, kinderopvangmedewerkers, leerkrachten, hulpverleners en gastouders. Voor gastouders is het net als bij een kinderdagopvang verplicht om een meldcode te hebben. Hebben ze die niet, dan kan het zijn dat ze afgekeurd worden door de GGD en worden geweigerd in het LRKP.
Het is verplicht dat elke zelfstandig werkende professional of organisatie een eigen meldcode ontwikkelt. Zij kunnen de basismodule hiervoor gebruiken. Daarin staat precies hoe je signalen oppakt en moet handelen bij (het vermoeden van) huiselijk geweld, seksueel geweld of kindermishandeling. Sinds 1 januari 2019 is de verbeterde meldcode huiselijk geweld in gebruik genomen. Er hoeft nu niet meer te worden gewacht tot er een zeer ernstige of levensbedreigende zaak is, maar ook bij vermoedens moet nu een melding worden gemaakt. De vijf stappen van de meldcode zijn als volgt:
In kaart brengen van signalen.
Overleggen met een collega. Raadpleeg eventueel Veilig Thuis of een arts.
Praat met de betrokken personen
Weeg het vermoeden van huiselijk geweld en bij twijfel over stappen ondernemen, raadpleeg je Veilig Thuis.
Maak een beslissing: is melden noodzakelijk? Of is hulp verlenen mogelijk?
Wanneer je besluit dat hulp noodzakelijk is, kun je hulp verlenen of organiseren. Hierbij is het belangrijk dat je in staat bent om hulp te bieden, anders moet je een professional inschakelen. Daarnaast is het belangrijk dat de betrokkenen meewerken en dat de hulp leidt tot duurzame veiligheid.
Je moet de Meldcode altijd gebruikten als je (vermoedens van) fysiek geweld of verwaarlozing ziet. Maak er gebruik van wanneer je vermoedens heb van:
kindermishandeling
huiselijk geweld (psychisch geweld en fysiek geweld)
seksueel geweld
verwaarlozing
Voor iedereen die beroepsmatig werkt in de zorg is de meldcode verplicht. Dit kan zijn in de gezondheidszorg, maar ook de kinderopvang. Zij dienen altijd een melding te maken als ze vermoeden dat iemand het slachtoffer is van bijvoorbeeld huiselijk geweld. Op deze manier probeert de overheid de stille slachtoffers toch te helpen. Vaak zijn slachtoffers zelf te bang om te bellen en een melding te maken en op deze manier kunnen ze toch uit een benarde positie bevrijd worden.
De organisatie Veilig Thuis treed op als advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Als iemand te maken heeft met geweld, misbruik, acute of structurele onveiligheid, kan er bij deze instantie een melding gedaan worden. Hierna wordt maatschappelijke ondersteuning gegeven en een onderzoek gestart. Dankzij deze instantie hoopt de Rijksoverheid het doel te realiseren dat iedereen een veilige thuissituatie kan hebben in Nederland. Of het hierbij gaat om een baby, peuter, kind, tiener, volwassene of oudere maakt niets uit. Veilig Thuis is voor iedereen.