Na de geboorte heet de levensfase van een mens de babyfase. In veel gevallen wordt de foetus die tijdens de zwangerschap in de buik van de moeder zit ook een baby genoemd. In de baby fase na de geboorte is het kleintje heel kwetsbaar en hebben ze veel begeleiding nodig. Als je wilt gaan oppassen op baby’s, is het belangrijk dat je weet hoe je met baby’s om moet gaan. Met een baby van zes maanden doe je bijvoorbeeld heel andere dingen dan met een baby van twee weken. Baby's groeien en ontwikkelen zich snel. Deze groei hangt sterk af van de ontwikkeling van de hersenen en zenuwbanen. Oppasland geeft uitleg voor oppassers die willen weten hoe je omgaat met een baby en welke dingen je echt moet weten.
Als je nog niet eerder opgepast hebt op baby’s, is het verstandig om je goed voor te bereiden op die eerste periode dat je op de baby past. Ga bijvoorbeeld eens bij de ouders langs en help ze mee bij het verschonen van een luier, het klaarmaken van de voeding en het slaapritueel. Zorg dat je goed weet waar alle babyspullen staan in de babykamer, zodat je precies weet waar je alles kan vinden. Op die manier zie je hoe zij met de baby omgaan en kun je de baby zelf op een laagdrempelige manier leren kennen. Zo leer je om te gaan met wanneer ze huilen en welke behoefte ze hiermee nodig hebben. Speel ook alvast eens met de kleine, zodat je weet wat de baby wel en niet leuk vindt. Het is belangrijk dat je tijdens de verzorging van de baby de juiste producten gebruikt. Zo kan een babyuitzet bestaan uit zeepvrije shampoo, een speen, kinderwagens en speciale autostoelen.
De meeste ouders geven je uit zichzelf een schema waarin zij vastleggen hoe je moet de kleine om kan gaan. In dat schema staat precies wanneer de baby moet slapen, eten en drinken en wanneer de baby meestal speelt. Vooral voeden kan nog wel eens een uitdaging zijn. Vanaf vier maanden mag het kindje wennen aan vast voedsel. Dit zijn vaak dingen als gepureerde wortel of geprakte banaan. Wanneer de baby de leeftijd van zes maanden heeft bereikt kunnen ook korstjes van brood geprobeerd worden. Het is aan de ouders om te besluiten wat de baby eet en wanneer. Je zult je hier als oppas aan horen te houden. Ook is het van belang dat je weet waar de baby slaapt. Soms kiest een vader of moeder ervoor om de baby overdag te laten slapen in de box en alleen 's avonds in het ledikant. Vraag hier dus naar, zodat je de baby niet verward.
Veel oppassers ervaren dit als het leukste onderdeel van het oppassen: spelen met de baby. In het eerste levensjaar van een kind zijn er verschillende mogelijkheden voor het spelen. Tijdens de eerste drie maanden kan nog niet zo veel. Baby’s zien alleen felle kleuren en dingen die dichtbij zijn. Ze vinden het heerlijk om je te horen praten en je te zien. Praat dus veel tegen het kleintje of beweeg fel gekleurd speelgoed dichtbij heen en weer. Niet te snel, want de ogen van een pasgeboren baby zijn nog niet zo heel snel.
Als de baby eenmaal wat kan bewegen kun jullie leuke dingen gaan doen, zoals zingen, klappen en dergelijke. De baby luistert waarschijnlijk vol bewondering als jij een liedje voor hem of haar zingt. Vanaf zes maanden kun je ook kijken of ‘kiekeboe!’ al een optie is. Veel kinderen vinden het een heel grappig spelletje en ze lachen zich waarschijnlijk helemaal suf. Zo wordt oppassen voor jullie allebei heel erg leuk. Als de baby bijna een jaar is, kunnen ze soms al een beetje lopen. Het zetten van een paar stapjes en vooral de aanmoediging van anderen vind de baby zelf ook erg leuk.
Er zijn een aantal zaken die je als oppas altijd goed in de gaten moet houden wanneer je op een baby past, zodat er niets misgaat:
Na het eerste levensjaar wordt de baby een peuter, tijdens deze ontwikkeling gelden weer andere omgangsnormen. Lees je altijd goed in voor je gaat oppassen, zo weet je zeker dat je alle informatie hebt om een goede oppasser te zijn.